Een rodeletterdag is er een die van bijzondere betekenis is. De oorsprong van de uitdrukking gaat terug tot de tijd van het Romeinse Rijk, toen belangrijke gelegenheden rood gekleurd waren op kalenders.
Als we ongeveer twee millennia vooruitspoelen, beleefde de EU deze week haar laatste grote moment van betekenis, toen de voormalige Italiaanse premier Enrico Letta zijn mogelijk baanbrekende rapport uitbracht over de toekomst van de Europese interne markt. Hoewel dit een onderwerp is dat intrinsiek economisch van oorsprong is, is de geopolitiek ook de drijvende kracht achter een uitgebreide reeks aanbevelingen.
Volgens Letta weerspiegelt de behoefte aan verandering de enorm verschillende internationale politieke context waarmee de EU de afgelopen jaren te maken heeft gehad, zelfs met al lang bestaande bondgenoten. Hij heeft specifiek gewaarschuwd dat een “Trump 2 (tweede Amerikaanse presidentiële termijn voor Donald Trump) anders zal zijn dan Trump 1 … de interne markt van het begin was voor een kleine wereld, nu hebben we een interne markt met tanden nodig voor een grote wereld. ”
Waar Letta hier op wijst is hoeveel de wereld is veranderd sinds 1993, toen de interne markt, die het vrije verkeer van goederen, diensten, mensen en kapitaal binnen de EU mogelijk maakt, tot stand kwam. Hoewel dit initiatief algemeen wordt gezien als een van de grootste verwezenlijkingen van het blok, bestaat er groeiende bezorgdheid dat het een herstart nodig heeft om de sterk veranderde wereld van de jaren twintig te weerspiegelen.
Terwijl de EU dertig jaar geleden ongeveer 20 procent van het mondiale bruto binnenlands product voor zijn rekening nam, is dat nu bijna de helft (ongeveer 13,3 procent) en daalt het nog steeds. Hoewel één constante is dat de VS een economische concurrent van de EU blijft, zijn de enorme Aziatische opkomende markten China en India de nieuwe kinderen in de buurt, die een groot aantal nieuwe uitdagingen en kansen bieden.
Letta maakt in zijn bijna 150 pagina’s tellende rapport duidelijk dat de interne markt met de grootste bedreiging ooit wordt geconfronteerd nu de EU herstelt van de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie en de nasleep ervan en de oorlog in Oekraïne. Hij stelt dat “geen enkele lidstaat met de VS kan concurreren op het gebied van gas- of olieprijzen, aangezien zij de grootste producent van fossiele brandstoffen ter wereld zijn … Noch Europa kan enkele voordelen reproduceren die de Chinese staatsgecontroleerde economie kan benutten.”
Hij voegde eraan toe: “Maar de EU heeft een energiemarkt op continentale schaal, verenigd door een modern, verfijnd regelgevingskader dat wereldwijd ongeëvenaard is.” Letta gaf aan dat het blok steeds meer oplossingen voor het hele continent moet vinden, onder meer door te kijken hoe subsidies “een meer Europees instrument kunnen worden en minder een nationaal instrument.” Zijn conclusie is daarom dat “de EU haar inspanningen moet opvoeren om een concurrerende industriële strategie te ontwikkelen die in staat is om instrumenten tegen te gaan die onlangs door andere wereldmachten zijn aangenomen, zoals de Amerikaanse Inflation Reduction Act.”
Het rapport legt een sterke nadruk op de integratie van de energie-, telecommunicatie- en financiële sector, met een routekaart om in het komende half decennium vooruitgang te boeken. Letta beweert bijvoorbeeld dat de EU verder moet integreren op energiegebied. Specifieke voorgestelde ideeën zijn onder meer: het aannemen van een grensoverschrijdende methode voor de toewijzing van kosten en baten om de uitrol van regionale offshore-windenergieprojecten te bespoedigen; het ontwikkelen van grensoverschrijdende systemen voor het verwerven van flexibiliteit en gezamenlijke veilingen voor hernieuwbare energiebronnen; het ontwikkelen van groene obligaties ter ondersteuning van energie-infrastructuurprojecten; herziening van het EU-kader voor de zekerheid van de gasvoorziening; en het opzetten van een mechanisme voor de gezamenlijke aankoop van kritieke mineralen.
Het doel is dus om de groene en digitale transities van de EU te bevorderen en tegelijkertijd haar strategische autonomie en industriële, handels- en marktconcurrentievermogen te vergroten. Volgens verschillende belanghebbenden, waaronder de voormalige chef van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, en bredere belanghebbenden zoals het Europees Vakbondsverbond, betekent dit het dichten van een financieringskloof tussen Europa en andere economische landen zoals de VS in termen van investeringen die gelijk kunnen staan aan ongeveer € 500 miljard ($531 miljard) per jaar, of meer dan 3 procent van het bbp van het blok.
Het Letta-rapport zou deze week worden besproken door de hoge leiders van de EU, waaronder de 27 presidenten en premiers. Bovendien zal het een extra impuls krijgen door de synergie die het heeft met een binnenkort te verschijnen rapport over het bredere onderwerp van het Europese concurrentievermogen door Draghi, een andere voormalige Italiaanse premier.
Draghi heeft ook duidelijk aangegeven dat Europa moet reageren op de aanhoudende enorme veranderingen in zijn externe omgeving. Hij heeft in het bijzonder benadrukt dat drie van de belangrijkste pijlers waar het land al lang op vertrouwt – Russische energie, Chinese export en de Amerikaanse veiligheidsparaplu – allemaal potentieel aan verandering onderhevig zijn, zij het om verschillende redenen.
In deze context is Draghi van mening dat de EU moedige, beslissende actie moet ondernemen, van het verlagen van de energieprijzen tot het verminderen van de regeldruk. Hij stelt echter ook dat er enorme investeringen nodig zijn in de groene en digitale transities.
Draghi benadrukt dat deze dubbele transities terecht van cruciaal belang zijn voor Europa. Wat de digitale transitie betreft, dreigt de regio er niet in te slagen te profiteren van de volgende technologische revolutie van kunstmatige intelligentie en kwantumcomputing, net zoals zij dat deed met de opkomst van de internettechnologie begin jaren 2000.
Wat de groene transitie betreft, legt de EU intussen veel nadruk op dit beleidsterrein via haar Europese Green Deal. Dit gaat echter niet altijd gepaard met passende middelen. Ondertussen wordt de Amerikaanse Inflation Reduction Act ter waarde van 369 miljard dollar algemeen gezien als een gamechanger en blijft China aanzienlijke staatssteun bieden aan zijn bedrijven.
De rapporten van Letta en Draghi weerspiegelen beide belangrijke momenten in de Europese politieke economie. De belangrijkste vraag is nu of de EU, midden in een groot verkiezingsjaar en naast andere crises zoals Oekraïne en het Midden-Oosten, in staat zal zijn resoluut op te treden. De belangrijkste volgende stap zal zijn het succesvol tot stand brengen van een blokbrede consensus rond een gedurfde reeks hervormingen en de financiering om deze te verwezenlijken, met een potentiële kans in de volgende Europese Commissie vanaf eind 2024.
Disclaimer: de standpunten van de schrijvers in deze sectie zijn hun eigen standpunten en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Bbabo.Net
bbabo.Net